donderdag 14 februari 2008

Vandaag in de krant...

O’Sullivan nummer een van de wereld dankzij looptraining

NEWPORT - Ronnie O’Sullivan wil niet alleen aan de snookertafel snel zijn. 'The Rocket' heeft een nieuwe hobby: lopen. En dat hielp hem de eerste plaats op de voorlopige wereldranking te heroveren.

'Ik heb veel dingen geprobeerd om de demonen in mijn hoofd te bestrijden. Nu heb ik iets gevonden dat echt werkt', vertelde de 32-jarige Engelsman maandag aan BBC radio. 'Ik loop elke week zo’n 50 mijl (80 km). Als ik moest kiezen tussen lopen en snooker spelen, zou ik het snooker laten vallen. Maar de twee gaan perfect samen. Dankzij het lopen heb ik een regelmaat in mijn snooker teruggevonden, die ik al 14 of 15 jaar kwijt was. Ik geniet nu weer echt van het spelletje. Ik ben veel gelukkiger, pieker niet meer zo veel en kan winst of verlies beter relativeren. Snooker was mijn leven. Ik legde mezelf zo’n hoge eisen op dat ik er depressief van werd. Als ik geen wereldkampioen of nummer een van de wereld was voelde ik me een mislukkeling. Nu realiseer ik me dat er meer in het leven is. Ik heb veel aan het snooker te danken, maar lopen is nu belangrijker voor me.'

'Mijn depressies hebben me belet mijn potentieel ten volle te benutten', ging de wereldkampioen van 2001 en 2004 verder. 'Ik had nare gedachten als ’ik kijk niet uit naar dit toernooi, ik haat het spel, het frustreert me, ik ga nooit nog een wedstrijd winnen, laat staan een toernooi en de mensen zullen me snel vergeten zijn’. Zo negatief zag ik alles, terwijl ik ergens wel wist dat ik het kon.'

Sinds O’Sullivan met looptrainingen begon voelt hij zich beter. 'Ik kreeg de microbe te pakken, sloot me aan bij een club, leerde daar aardige mensen kennen en voor ik het wist liep ik elke dag. Ik beweer niet dat het mijn depressie de wereld uitgeholpen heeft of dat het een wondermiddel is dat iedereen kan genezen, maar het helpt me de nare gedachten in te dijken. Ik geniet niet echt van snookertoernooien, het gaat me gauw vervelen en dan heb ik moeite om op het spel te concentreren.'

Nu lichaam en geest gezonder zijn heeft O’Sullivan weer een positieve kijk op zijn capaciteiten. 'Ik besef nu dat ik het talent heb, zelfs als ik niet goed speel. Eigenlijk zou ik nooit uit de top vier van de wereld mogen verdwijnen. Of toch zeker de eerste vier of vijf jaar nog niet.'

Bron: Het Nieuwsblad

1 opmerking:

Anoniem zei

hey ... dus niet alleen ben je een collega in het bloggen & in het lopen, maar ook nog eens in het dagelijkse leven ... knappe blog!